Wasmalve - Malvaviscus arboreus
Kaasjeskruidfamilie -Malvaceae |
Drachtplant |
|
Een heester/kuipplant |
Bloeiperiode: |
Bloem: rood, meestal opgericht, maar ook hangend. De vijf kroonbladeren zijn min of meer kegelvormig in elkaar gedraaid. |
Blad: afwisselend geplaatst, zeer variabel, van eirond tot langwerpig. De bladschijf is aan , de basiss afgerond tot hartvormig, aan de top toegespitst en meteen gezaagde bladrand |
Vrucht: een vijfkleppige doosvrucht |
Overige: de androgynafoor, het bloemgedeelte dat zowel de mannelijke als de vrouwelijke voortplantingsorgane draagt, steekt ver oven de bloem uit. |
Hoogte: 1-4m |
Opmerking: |
Het blad is toegespitst, vaak iets gelobd, meestal gezaagd en aan beide kanten behaard |
|
Milieu en groeiplaats: matig voedselrijke, vochtige maar water doorlatgende, minerale bodems, zonnig tot halfschaduw. |
Herkomst: van Zuid-Amerika tot in de zuidelijke Verenigde Staten. |
Toepassing: tuinen en als kuipplant |
Beheer: is vorstgevoelig als kuipplant beheren |
Wilde solitaire bijen: Niet waargenomen |
Dracht: nectar (en stuifmeel ?). Indicatie voor dracht: code Hb ? enkele keren druk bijenbezoek waargenomen.. |
|
Plant/Heester |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Blad |
|
|
Knop en kelkbladen |
|
|
Boeiwijze en honingbij |
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|